|
Microfinanciering
Het verschaffen van startgeld (microkrediet) voor een
eigen bedrijfje stond vanaf het begin van het Kenya Project centraal.
Nu is het vooral bekend onder de naam microfinanciering. Met het
twintigjarig bestaan werd een extra impuls gegeven aan
microfinanciering. Het Kenya Project schonk als jubileumcadeau in 58
dorpjes aan diverse groepjes van zes vrouwen een beginkapitaal. Bij de
start van elk nieuw dorp doen we dit nog steeds. Diverse groepjes van
zes weduwen ontvangen startgeld. Na één jaar beoordelen we de
resultaten en bepalen we of en zo ja met wie we door kunnen gaan.
|
|
|
Hoe werkt microfinanciering?
Het doel is dat de weduwen het ontvangen geld weten te
vermeerderen, zodat ze hun levensomstandigheden kunnen verbeteren.
Daarvoor zijn vele mogelijkheden, maar het is zeker afhankelijk van de
plaatselijke omstandigheden hoe ze dat kunnen doen. B.v Ze kopen klei
en maken daar potten van; ze kopen riet en maken er matten van; ze
kopen oude autobanden en maken daar schoenen van; ze kopen plastic
stroken en maken er manden van; waar klei zit maken ze stenen maar
kopen ze hout om de stenen te kunnen bakken enzovoort.
De geproduceerde artikelen worden weer verkocht. Dat kan ook gelden
voor producten die ze in hun tuintje hebben laten groeien en soms voor
fruit. Enkelen zijn zo handig dat ze iets kopen en het vervolgens weer
duurder verkopen. Dat kan b.v. met maïs.
Het probleem is eigenlijk simpel, er is vaak geen geld om de eerste
aankoop te doen. Het project stelt daarom startgeld beschikbaar. Bij
aanvang wordt aan een groep van zes weduwen 3.000 KES (ongeveer € 30,-)
ter beschikking gesteld. Dat geld wordt verdeeld, dus € 5,- per
persoon. Wij volgen wat ze ermee gaan doen.
Na één maand moet het geld met 10% rente terug naar de Keniaanse
coördinator worden gebracht. Praktisch betekent dit, dat de € 30,-
vermeerderd met 10% reeds € 33,- is geworden.
Die 10% is dus 120% op jaarbasis! Het klinkt voor ons ongelooflijk,
maar dit werkt echt zo. Sterker nog, ze doen dit omdat ze er zelf dan
ook nog het nodige aan over houden. De € 33,- wordt door de coördinator
weer verdeeld onder dezelfde zes weduwen, waarbij dat niet recht
evenredig hoeft te zijn. Dus kan er b.v. één weduwe € 8,- krijgen en de
andere vijf weduwen elk € 5,-. Dat bepalen ze zelf. Maar weer een maand
later moet iedere weduwe het ontvangen bedrag met 10% rente
terugbetalen.
In dit voorbeeld betaalt de ene weduwe € 8 + 10% = € 8,80 terug en de
rest € 5,- + 10% = € 5,50. Daarmede wordt het nieuwe totaal €
36,30. Dat proces herhaalt zich elke maand. Na één jaar is het
bedrag reeds € 85,59. Op het moment dat het gezamenlijke bedrag te hoog
wordt, overleggen ze om een deel te besteden. Dat kan zijn, iets
gezamenlijks voor de groep of er wordt een gedeelte aan deze zes
weduwen uitgekeerd. Vervolgens gaan ze weer door met het resterende
kleinere bedrag.
|
|
|
Voor het bestuur van het
Kenya Project is zo vrij snel duidelijk welke weduwen bereid zijn te
werken. Dat zijn de weduwen met wie wij dan de grotere projecten kunnen
gaan opzetten. De groepen gaan naast hun nieuwe projecten gewoon door met deze microfinanciering omdat het werkt.
We krijgen soms de vraag,
gaat dit terugbetalen wel eens fout? Ja dat kan. Als een weduwe haar
startgeld niet terugbrengt. Maar het risico voor het Kenya Project is
heel beperkt. Immers, als alle vijf de weduwen hun startgeld niet
terugbrengen zijn we € 30,- kwijt. Overigens is dat nog nooit gebeurd.
Maar het gebeurt echt wel eens dat een weduwe haar geleende geld niet
terugbetaalt. Dan krijgt ze de gelegenheid dat alsnog binnen een
bepaalde tijd te doen, soms zelfs met een boete. Betaalt ze niet terug
dan wordt ze uit de groep verwijderd en wordt aangifte gedaan van
diefstal. Al met al een succesvolle manier om met weinig middelen veel
verschil te maken.
|